Het bouwmaterialenboek
Weer een leuk boek op de plank! Nou ja, op de plank… mijn exemplaar van Bouwmaterialen 1940-1990. Vernieuwing, constructie, toepassing rouleert op ons kantoor en is ondertussen aardig beduimeld. Door de fantastische afbeeldingen en interessante informatie blijf je er in bladeren. Mijn aandeel in dit boek is wat de nieuwe bouwmaterialen betekend hebben voor de indeling van de plattegronden en de aankleding van de interieurs uit de periode 1940-1990.
Tijdsbeeld 1965-1990
Hoe breng je de turbulente periode 1965-1990 op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor het voetlicht? Wij dachten aan een ‘tijdsbeeld’ dat verhaallijnen, een tijdlijn en een kaart van Nederland combineert. De maatschappelijke context wordt immers steeds belangrijker in het begrip van en de waardering voor gebouwd erfgoed. Met een klein team van doorgewinterde Post 65-kenners (Anita Blom, Joost Emmerik, Kees Somer en Lara Voerman) schreef ik de verhaallijnen. We vroegen studenten van de Universiteit van Amsterdam om relevante thema’s te onderzoeken wat een geweldige schat aan informatie opbracht. En we vonden ook nog twee uitmuntende stagiaires bereid om entries te schrijven (Julia Smeets en Eva Villanueva, you’re the best!).
https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/post-65-erfgoed/verhalen-en-tijdlijnen
We staan in OverHolland
Terwijl ik van een welverdiende lange vakantie aan de andere kant van de wereld genoot, bracht OverHolland het boeiende themanummer ‘Campus Utopias creatief herlezen’ uit. Ons onderzoek naar de campus voor de Universiteit Twente is helder samengevat en benadrukt hoe de campus op briljante wijze in een bijzonder landschap is ingepast. (Bij het lezen bekroop me trouwens wel het gevoel dat je voor landschapsschoon niet per se ver hoeft te reizen.)
https://overholland.ac/index.php/overholland/article/view/245/257
Het ITC-gebouw: de wereld in het klein
Dit opvallende gebouw in Enschede is in 1996 als nieuwbouw in gebruik genomen door het International Institute for Aerospace and Earth Sciences (ook wel het International Training Centre). Hier kwamen studenten en onderzoekers uit verschillende culturen samen die één wereld vormden en zich met geowetenschappen bezighielden. Onlangs verhuisde het instituut naar de campus van de Universiteit Twente en kocht het Rijksvastgoedbedrijf het vrijgekomen gebouw om het voor een nieuwe bestemming te renoveren en te verduurzamen. Ik kreeg de opdracht een cultuurhistorische verkenning te maken. Over het gebouw is weinig gepubliceerd, dus interviewde ik architect Max van Huut om de essentie van het ontwerp te kunnen achterhalen. Door onze gesprekken ontdekte ik een gebouw dat op een bijzondere (organische) wijze tot stand is gekomen en waarin elk detail betekenis heeft. De uit alle windstreken afkomstige onderzoekers en studenten moesten zich in dit gebouw thuis kunnen voelen en daarom is het ITC-gebouw de wereld in het klein.
Participatief waarderen
Het themanummer van Bulletin KNOB, dat eind 2023 uitkwam, staat geheel in het teken van Post 65. Het artikel ‘Participatief waarderen; het voorbeeld van Nieuwegein’ is een uitwerking van een eerder onderzoek. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wilde weten of de huidige waarderingscriteria voor gebouwd erfgoed volstaan voor de aanwijzing van monumenten uit de periode 1965-1990. Het zorgvuldig doorontwikkelde waarderingskader staat nog steeds als een huis, maar de geringe ouderdom van het Post 65-erfgoed biedt een uitgelezen kans om belevingsgeschiedenissen uit de eerste hand op te tekenen. Dat betekent dat je naast erfgoedexperts ook burgers zou moeten betrekken in het selectie- en waarderingsproces. En dat, zo zagen we in Nieuwegein, kan tot heel verrassende resultaten leiden.
https://bulletin.knob.nl/index.php/knob/issue/view/382/389
Campus Universiteit Twente
Op een voormalig landgoed in Enschede werd in 1962 de Technische Hogeschool Twente gesticht. De campus is geschoeid op Amerikaanse leest. Hier werd de student ondergedompeld in een wereld die niet alleen was ingericht op het vergaren van kennis, maar ook op persoonlijke vorming. Architecten Willem van Tijen en Sam van Embden creëerden een ideale studieomgeving met faculteiten en huisvesting voor studenten én docenten in een ongerepte landschap, weg van de invloed van de stad. De campus van de UT is het meest utopische voorbeeld van alle Nederlandse campussen.
Met nieuwe ontwikkelingen in het verschiet wilde de Universiteit Twente de cultuurhistorische waarden van haar campus in kaart brengen. Stedenbouwkundige/landschapsarchitect Joost Emmerik, architectuurhistoricus Lara Voerman en ik hebben onderzoek gedaan naar dit bijzondere terrein met buitengewone architectuur. Het resulteerde in een nogal lijvige rapportage, maar veel interessante wetenswaardigheden over de campus hebben we ook in de voor iedereen toegankelijke digitale kaart UTopia verwerkt.
https://utopiatwente.glitch.me/?id=301358290
Religieuze interieurs in Nederland 1965-1990
De religieuze interieurs in Nederland staan onder druk. Door afnemend kerkbezoek moeten veel kerken de deuren sluiten. Met een nieuwe reeks publicaties brengen Museum Catharijne Convent en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de minder bekende religieuze interieurs in Nederland onder de aandacht. Het achterliggende idee is dat een integraal overzicht eigenaars, overheden en erfgoeddeskundigen helpt om samen de juiste keuzes over behoud voor de toekomst te maken.
Aangezien Lara Voerman, Gerdien van der Graaff en ik enkele jaren geleden alle gebedshuizen van na 1965 hebben onderzocht, voelden wij ons geroepen om een bijdrage aan deze reeks te leveren.
https://www.catharijneconvent.nl/advies-voor-kerken/religieuze-interieurs/
De oudste fabriek in Merwe-Vierhavens
Het Rotterdamse havengebied Merwe-Vierhavens wacht een grootschalige transformatie tot een nieuwe stadswijk. De aftrap voor de transformatie is de herontwikkeling van het monumentale fabriekscomplex aan de Keileweg. De nieuwe eigenaar gaat er een spraakmakende hotspot van maken, maar hecht ook aan de ruige industriële uitstraling. Met de cultuurhistorische waardestelling heb ik in kaart gebracht wat beslist behouden moet blijven om de geschiedenis afleesbaar te houden en waar ruimte is voor ontwikkeling.
Het onderzoek bracht de roerige geschiedenis van het complex aan het licht die haar sporen duidelijk heeft nagelaten. De fabriek is in 1915 gebouwd en daarmee de oudste, nog bestaande fabriek in Merwe-Vierhavens. In de periode 1925-1965 is de fabriek door opeenvolgende eigenaren uitgebreid. Het is een geschiedenis van voor- en tegenspoed met als dieptepunt een faillissement begin jaren ’80 en het plan van de gemeente om de fabriek in te richten als stadsbordeel. In 1987 richtten kunstenaars de fabriek in als ateliers. Sindsdien staat de fabriek aan de Keileweg bekend als ‘Kunst & Complex’.
Cultuurhistorische verkenning Kralingen
Kralingen staat bekend om lommerrijke buitenplaatsen, luxueuze villaparken en statige herenhuizen. Een gedeelte van Kralingen is daarom aangewezen als beschermd stadsgezicht. Bureau Monumenten en Cultuurhistorie van de gemeente Rotterdam wilde ook de cultuurhistorische waarden van het overige Kralingen in beeld krijgen. De Cultuurhistorische Verkenning Kralingen die ik met architectuurhistoricus Lara Voerman en stedenbouwkundige/landschapsarchitect Joost Emmerik maakte, belicht het Kralingen van de particuliere stratenplannen, de wederopbouw, de stadsvernieuwingsprojecten en de herontwikkeling van de Gemeentelijke Drinkwaterleiding.
Jong erfgoed in Apeldoorn
Als een van de eerste gemeentes in Nederland heeft Apeldoorn haar Post 65-erfgoed laten inventariseren. Het gaat om gebouwd erfgoed uit een periode waarin de samenleving radicaal veranderde. In Apeldoorn is deze tijdlaag manifest aanwezig; het begin wordt gemarkeerd door het kantoor Centraal Beheer (1968-1972) van Herman Hertzberger en het einde door het stadhuis (1989-1992) van Hans Ruijssenaars. Behalve deze architectonische iconen is in Apeldoorn nog veel meer gebouwd (en aangelegd), waaronder de grootste bloemkoolwijk van Nederland. Met architectuurhistoricus Lara Voerman en stedenbouwkundige/landschapsarchitect Joost Emmerik heb ik een longlist opgesteld van alle gebouwen, structuren en openbare ruimten die representatief zijn voor de turbulente ontwikkeling die Apeldoorn in de jaren ’70 en ’80 doormaakte, dan wel het ultieme Veluwe-gevoel verbeelden.
“De stad is het mooiste bouwwerk!”
W.M. Dudok als stedenbouwer
Wie Dudok nog niet kent van zijn stedenbouwkundige ontwerpen, kan – corona volente – tot eind 2021 terecht in het Dudok Architectuur Centrum in Hilversum om de tentoonstelling “De stad is het mooiste bouwwerk!” te zien. Behalve een goede architect, was Dudok namelijk ook een begenadigd stedenbouwkundige. In tegenstelling tot zijn collega’s, die zich vooral op statistieken baseerden, meende Dudok dat een stedenbouwkundig ontwerp iets moest uitdrukken over het onderliggende landschap en het karakter van de stad. Hij zag zichzelf als een orkestdirigent die alle dimensies van de stad in harmonische verhoudingen moet brengen. Over de parallel met muziek zei hij: “Het mooiste instrument, dat is het orkest. Zo is de stad het mooiste bouwwerk!” Met Dudok-kenner Herman van Bergeijk heb ik een tentoonstelling samengesteld die de verschillende dimensies van het stedenbouwkundige werk laat zien. Architecten Roxane van Hoof en Claudio Saccucci van Studio Verter hebben een prachtige tentoonstelling ontworpen die al deze dimensies met elkaar in verband brengt.
Marine Etablissement Amsterdam
Nooit gedacht dat ik nog eens achter die oude en geheimzinnige muur aan de Kattenburgerstraat zou mogen rondstruinen, maar het cultuurhistorische onderzoek naar het Marineterrein Amsterdam (voorheen Marine Etablissement) gaf mij daar alle gelegenheid toe. Het Rijksvastgoedbedrijf en het Atelier Rijksbouwmeester hebben uitvoerig onderzoek laten doen naar het terrein en alle gebouwen vanwege de op handen zijnde herontwikkeling door de gemeente Amsterdam. Bouwhistoricus Eva Osinga, architect-onderzoeker Johanna van Doorn en ik hebben de geschiedenis van het terrein, dat halverwege de zeventiende eeuw werd aangeplempt, in vrijwel al zijn facetten ondergezocht. Mijn aandeel in het onderzoek betreft niet alleen de nieuwbouw die vanwege de aanleg van de IJ-tunnel in de jaren ’60 is gerealiseerd, maar ook de recentere gebouwen zoals het wachtgebouw (Benthem Crouwel Architects), het depot van het Scheepvaartmuseum (Liesbeth van der Pol) en de Marechausseekazerne (Wansleben Architekten).
Post 65: gebedshuizen in Nederland 1966-2019
Eeuwenlang speelde religieuze bouwkunst een prominente rol in de architectuurgeschiedenis. Dat veranderde eind jaren zestig; van paradepaardje werd kerkarchitectuur het stiefkindje van de bouwkunst. Tijdens het onderzoek dat Lara Voerman, Gerdien van der Graaff en ik in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben gedaan, werd duidelijk dat ná 1965 toch nog 1.542 kerken, moskeeën, synagogen en tempels in Nederland zijn gebouwd. Het onderzoek laat zien dat een aardverschuiving in het geloofslandschap heeft plaatsgevonden. Het is een golfbeweging tussen uitersten: aan het ene eind van het spectrum de sober vormgegeven onderkomens van geloofsgemeenschappen die hun positie in de maatschappij kritisch onder de loep namen; en aan het andere einde de manifeste bakens van zich emanciperende geloofsovertuigingen.
Tentoonstelling in het Dudok Architectuur Centrum
De tentoonstelling Pionieren in projectontwikkeling. Het grotestadsdenken van Johan Matser was in 2020 te zien in het Dudok Architectuur Centrum in Hilversum. Matser was een van de eerste projectontwikkelaars van Nederland en werd vooral bekend door de vele winkelcentra die hij met architect Piet Zanstra realiseerde. In Hilversum bouwden Matser en Zanstra winkelcentrum Hilvertshof dat in ruimtelijk opzicht grote impact had.
De heroïek van de wederopbouw
De portiekflats in Overschie, die pal langs de A13 staan, worden binnenkort gesloopt. Ik mocht de redengevende omschrijving van deze gebouwen maken, hoewel ze nooit de monumentenstatus zullen krijgen. En dat is eeuwig zonde! De flats staan symbool voor een van de eerste naoorlogse experimenten van systeembouw en zijn bovendien een fraai voorbeeld van hoe mooi gestandaardiseerde ornamentiek in Schokbeton kan zijn. Deze foto’s komen uit de privé-collectie van Richard de Oude. Zijn vader fotografeerde kort na de oorlog heel Rotterdam, ook de in aanbouw zijnde portiekflats aan de Oost-Sidelinge in Overschie.
Hotel Noordzee in Katwijk
Prominent aan de Boulevard van Katwijk staat Hotel Noordzee. Door zijn hoogte en het uitgebouwde restaurant op de eerste etage was het een echte blikvanger. Architect Geert Drexhage ontwierp het hotel in 1951-1952 en heeft zich daarbij laten inspireren door Amerikaanse voorbeelden. Hotel Noordzee is weliswaar geen monument, het gebouw bevindt zich wel in één van de dertig door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aangewezen ‘wederopbouwgebieden van nationaal belang’. Omdat de hotelier behoefte heeft aan vernieuwing, kreeg ik van de gemeente Katwijk opdracht om een cultuurhistorische verkenning en waardestelling van het gebouw te maken.
Van den Broek & Bakema. Vigorous protagonists of a functionalist architecture at the TH Delft
Voor de reeks Inaugural Speeches in the Built Environment: Global and Contextualised van de Technische Universiteit Delft schreef ik de inleiding op de inaugurele redes van J.H van den Broek en J.B. Bakema. Samen gaven ze leiding aan één van de belangrijkste naoorlogse architectenbureaus in Nederland en beiden waren als docent verbonden aan de TH Delft. Van den Broek werd in 1948 benoemd tot hoogleraar, Bakema in 1964. Tegen de achtergrond van de zich voltrekkende wederopbouw is de veranderende opvatting over de rol van de architect in de inaugurele redes duidelijk af te lezen.
Van den Broek & Bakema inaugural speeches TH Delft
Post 65: Stadsvernieuwing in stroomversnelling
Met architectuurhistoricus Lara Voerman heb ik in 2017-2018 onderzoek gedaan naar de stadsvernieuwing in de periode 1977-1985. Dit onderzoek is verricht in het kader van Post 65, een van de drie erfgoedthema’s van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is de samenhang tussen operationele monumentenzorg (beschermd stads- en dorpsgezicht) en geslaagde voorbeelden van ‘inpassingsarchitectuur’ in historische binnensteden.
Stadsvernieuwing in stroomversnelling
Cultuurhistorische verkenningen: Hillegersberg, Schiebroek en Terbregge
In 2017-2018 heb ik met architectuurhistoricus Lara Voerman onderzoek gedaan naar de Rotterdamse wijken Hillegersberg, Schiebroek en Terbregge. Dit onderzoek heeft zijn weerslag gekregen in een aantal cultuurhistorische verkenningen. Door de ontwikkelingsgeschiedenis te reconstrueren en het huidige ruimtelijke beeld te analyseren, is het mogelijk om te bepalen wat kenmerkend is voor het gebied en welke structuren en bebouwing waardevol zijn. Cultuurhistorische verkenningen zijn bedoeld voor de borging van cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan en bieden concrete uitgangspunten voor toekomstige gebiedsontwikkeling.
Atlas of the Functional City. CIAM 4 and Comparative Urban Analysis
Wat in 2004 begon als een verkenning naar mogelijke onderwerpen voor het vierde deel in de Cornelis van Eesteren-monografie, ontwikkelde zich tot een internationaal onderzoeksproject naar het vierde Congrès International d’Architecture Moderne (CIAM 4) dat in 1933 werd georganiseerd en ‘de functionele stad’ als thema had. Als projectleider, redactielid, onderzoeker en auteur werkte ik mee aan de totstandkoming van de publicatie over dit legendarische congres.
Het boek kreeg een mooie recensie : NRC 13 februari 2015
EHA Magazine
Het EHA Magazine is een bureaupresentatie in de vorm van een tijdschrift. Dit format maakte mogelijk om als een reporter door Nederland te reizen en opdrachtgevers en gebruikers te vragen naar hun ervaringen met hun nieuwe of getransformeerde gebouwen. De ene dag hoorde ik van een scholier van het ROC Amsterdam dat zijn nieuwe schoolgebouw ‘eigenlijk wel zijn stijl’ is en de andere dag legde de directeur van DIFFER uit waarom zijn gebouw op de campus van de TU Eindhoven zo geschikt is voor fundamenteel onderzoek naar toekomstige energiebronnen.
The Modern Architecture Game
NEXT Architects vroegen me om mee te denken over de vragen voor het spannende bordspel The Modern Architecture Game.
Il Giornale dell’Architettura
Voor Il Giornale schreef ik een artikel over hoe een naargeestige restruimte onder de snelweg in Koog aan den Zaan door NL Architects is ingericht tot een aangename openbare ruimte.
De kerken van Cuypers
In 2007 verscheen een overzicht van het omvangrijke oeuvre van architect P.J.H. Cuypers. De kloeke publicatie begeleidde de tentoonstelling ‘Cuypers. Architectuur met een missie’ die in het Nederlands Architectuurinstituut werd gehouden. Voor het boek beschreef ik een aantal van zijn ontwerpen, voornamelijk kerkgebouwen. Wat mij trof was de inventiviteit waarmee Cuypers zulke enorme gebouwen in de context van de historische stad wist in te passen.
Prachtwijken?!
Voor het onderzoek naar Nederlandse probleemwijken, dat Gabriël van den Brink in 2006-2007 verrichtte, heb ik de stedenbouwkundige geschiedenis van enkele van deze wijken onderzocht. De uitkomsten van dit onderzoek waren verassend. De belangrijkste: ‘leefbaarheid is niet zozeer een kwestie van beton storten maar van betekenis geven’.
Toekomstvisies uit het rijke verleden van Amsterdam
Ter ere van het 50-jarige bestaan van de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling (ARS) verscheen in 2007 een boek dat verschillende aspecten van visieontwikkeling belichtte. Mijn bijdrage gaat in op de toekomstvisies die Amsterdam sinds de 16e eeuw hebben gevormd.
Happy. Cities and Public Happiness in Post-War Europe
Voor de publicatie Happy. Cities and Public Happiness in Post-War Europe (2004) was ik een van de reporters die – volgens de achterflap van het boek – kriskras door Europa reisde op zoek naar iconen die het geluk in de openbare ruimte verbeelden. Verder dan Rotterdam kwam ik niet; ik deed verslag van de manifestatie Rotterdam Ahoy’ en het consumentengeluk dat de winkelstraat De Lijnbaan teweegbracht.